
Oefening: herkennen van verander-, behouds- en actietaal
2/4
Lees de onderstaande uitspraken door en geef aan of het verandertaal, behoudstaal of actietaal is. Noteer je antwoord in je schrift. De antwoorden vind je in de PDF
1. Niemand zit op mij te wachten met mijn
leeftijd.
2. Ik zou graag iets meer te besteden hebben.
3. Ik heb mijn werkkamer gisteren opgeruimd.
4. Mijn vrouw wordt gek van me, dit gaat zo
niet langer.
5. Ik kan niks doen op dit moment.
6. Ik kijk elke dag op LinkedIn.
7. Het zou fijn zijn om weer wat meer tussen de
mensen te zijn.
8. Een werkgever ziet me aankomen in mijn
toestand.
9. Solliciteren naar een baan in het onderwijs
heeft in de zomervakantie geen zin. Niemand die mijn mail leest.
10. Ik kan niet lang staan of lange stukken
lopen, maar nog wel fietsen.
11. Ik hou ervan om nuttig bezig te zijn.
12. Aan het einde van de maand is het
spannend of ik met mijn geld uitkom.
13. Mijn vrouw is meer gaan werken, dus
financieel zit het voorlopig goed.
14. Het is fijn dat ik de kinderen wat kan helpen
met hun huiswerk.
15. Ik wil eerst helemaal beter zijn, ik wil niet
weer overspannen raken.

wb blz 46