Verander-, Actie- en Behoudstaal
1/4
Onder het item ambivalente reflectie hebben we besproken dat in een gesprek over mogelijke gedragsverandering een klant vaak spreekt in verandertaal en behoudstaal. Door de juiste vragen te stellen, kun je de klant na laten denken over de voordelen van in beweging komen, versus de nadelen van houden zoals het is. Maar ook over de noodzaak of reden om in beweging te komen. Je ontlokt hiermee ‘verandertaal’.
1. Verandertaal zijn alle argumenten die mensen noemen om te veranderen: noodzaak en redenen om te veranderen en motivatie om te veranderen. Kort gezegd: ik wil veranderen en geloof dat ik het kan.
2. Actietaal betekent alle uitingen waaruit blijkt dat iemand er klaar voor is om te veranderen.
3. Behoudstaal zijn alle uitingen waarmee iemand zegt: ik wil niet veranderen, of ik kan dat toch niet, of ik ben er nog niet klaar voor.